Onlangs had ik een kleine uitwisseling van gedachten met een verzuimspecialist met expertise op het gebied van werkgerelateerde burnout en depressie. Dit naar aanleiding van een onderzoek naar de stemmingsstoornis depressie waarbij er een methode was gevonden om depressie in een vroeg stadium via biologische markers te kunnen ontdekken. Naar aanleiding van dit onderzoek stelde hij dat medicaliseren (van depressie) achterhaald is en je met het aanleren van andere gewoontes en jezelf belangrijk maken een heel eind kan komen in het overkómen ervan.
Op zich is er met deze cognitieve benadering niets mis. Het is bewezen dat cognitieve therapieën, waarbij mensen negatieve, of ‘ondermijnende’ gedachten en attitudes proberen te veranderen, goed werken bij het hanteren van een depressie. De achterliggende redenatie is echter in deze context om twee redenen te kort door de bocht. Ten eerste gaat het in dit onderzoek om het voortijdig kunnen voorspéllen en diagnosticeren van een depressieve stoornis. Mensen kunnen in de aanloop naar een depressie worden overvallen door ‘ontstemming’ zonder dat er een duidelijke aanleiding lijkt te zijn. Een sombere stemming of ‘depressief gevoel’ is één van de symptomen. Ook prikkelbaarheid, uitputting, nergens meer plezier aan beleven, zich waardeloos of schuldig voelen en suïcidegedachten komen voor bij dit syndroom.
Als er op tijd wordt ingegrepen, kan onnodig lijden worden voorkomen. Het is bekend (uit onderzoek) dat als mensen eenmaal een depressieve episode hebben doorgemaakt, de kans op een volgende toeneemt. Het kiezen van een goede behandelvorm in een zo vroeg mogelijk stadium is dus erg belangrijk. Dit hoeft niet altijd psychofarmaca te zijn, wat inderdaad vrij snel wordt voorgeschreven, maar jezelf belangrijk maken en ‘positief denken’ is ook wat eenzijdig als oplossing. Er zijn meer (combinaties van) mogelijkheden denkbaar.
Ten tweede maakt één op de tien mensen met een psychische aandoening een eind aan zijn leven. Een onderzoek dat het stellen van een juiste diagnose en preventief ingrijpen bevordert is dus bepaald niet ‘achterhaald’.
Reacties
Nog geen reacties